Wat moeten we met advent?
In de traditie van de kerk wordt de aanloopperiode naar Kerstmis ook wel de “adventstijd” genoemd. Eenvoudig gerekend begint de advent vier zondagen voor kerstmis en bij de meeste oosters-orthodoxe kerken ten minste een week eerder omdat zij 40 dagen voorbereiden.[1] In veel kerken, maar ook bij mensen thuis wordt deze advent zichtbaar gemaakt door het aansteken van kaarsen op een standaard of op een krans, elke week op zondag één kaars tot alle 4 branden. Sommigen zien een verwantschap met het Jodendom waar in deze tijd ook steeds kaarsen worden aangestoken, maar daar gaat het over Chanoeka, een Joods feest dat de herwijding van de tempel in de tweede eeuw voor Christus gedenkt en niet de geboorte van Jezus.
Advent komt van het Latijnse woord adventus[2] dat “komst” betekent, verwijzend naar de komst van Jezus Christus op aarde. In de advent-weken bereiden veel christenen zich dus voor op het kerstfeest, op die eerste komst van Christus in het vlees, de zogenaamde incarnatie.