Daarom kijken we elk jaar uit naar het Bazuinenfeest
Wie uitziet naar de wederkomst van Jezus Christus maakt het waarschijnlijk regelmatig mee; je hebt het er over met mede-gelovigen en het onderwerp wordt al snel aan de kant geschoven met de opmerking dat de Bijbel zegt dat “niemand de dag noch het uur kent” van Zijn komst en dat het er over spreken ons daarom niet echt verder helpt.[1] Veel christenen die wel uitzien naar Zijn komst voelen zich op een of andere manier eenzaam omdat het onderwerp bij hun geloofsgenoten zo weinig leeft.
Is het niet een vreemde gedachte dat een Bruid niet uitziet naar de dag dat de Bruidegom haar komt halen voor de grote Bruiloft, maar dat ze daarover eerder gelaten is en bij zichzelf denkt: als Hij komt dan komt Hij, ik zie het vanzelf wel !?
Soms hoor je ook het argument dat we “elke dag klaar moeten zijn voor Zijn komst” en niets is minder waar. Onze geestelijke houding moet er inderdaad op gericht zijn dat we altijd klaar zijn om Hem te ontmoeten, zowel tijdens ons leven als bij ons sterven. Maar al te vaak wordt het argument dat “we er altijd klaar voor moeten zijn” gebruikt om er niet verder over te hoeven praten. Men gaat liever over tot de orde van de dag zonder er echt rekening mee te houden dat Hij wel degelijk op heel korte termijn kan komen. De vraag is of we met die houding wel echt klaar zijn om hem te ontmoeten of gewoon nog steeds te druk om vast te houden aan de dingen van deze wereld. God kijkt ons hart aan en Hij weet of we daadwerkelijk nog bezig zijn met ‘de pinnen van onze aardse tent stevig in deze aarde te slaan’ of dat we al op een punt zijn aangekomen dat alle aardse plannen in de schaduw staan van ons verlangen om Hem dagelijks te dienen en Hem te ontmoeten bij Zijn komst? Als de dingen van deze wereld nog hoog op onze agenda staan en in ons hart en denken voortdurend die hoogste plaats krijgen, is dan niet de kans heel groot dat we als gelovige alleen maar de lijfspreuk omarmen dat “niemand de dag noch het uur kent” omdat we dan ‘rustig ons ding kunnen blijven doen’? Maar een christen wordt in de Bijbel nergens opgeroepen om zijn verwachting te temperen. Hij moet juist wakker en nuchter zijn, zodat Zijn komst hem niet verrast als een dief in de nacht. Als Hij op een dag komt dan is er immers geen mogelijkheid meer om tijd te nemen om je leven op orde te brengen. [2]
Jezus drukte de gelovigen 2000 jaar geleden al op het hart om te waken. “Waakt en bid, op dat gij niet in verzoeking komt!”[3]. Elders legt Jezus een heel bijzonder verband; Hij zegt enerzijds dat de gelovigen niet weten op welke dag hun Here komt en juist daarom roept Hij op dat ze waken. Een oppervlakkige lezer zou denken dat het geen nut heeft om te waken omdat we de dag niet kennen van Zijn komst. Dat is ook het veel gebruikte argument dat we hierboven aanhaalden, maar Jezus hanteert een heel ander mechanisme. Juist omdat je niet exact weet op welke dag het zal plaatsvinden moet je hart voortdurend waakzaam zijn. Juist daarom moet je een wachter op de muur zijn die uitziet. Zelfs als Jezus op dat moment niet komt, beïnvloedt die wakende houding de gesteldheid van je hart. Je focus in dit leven verandert, de aardse plannen worden relatiever en worden dagelijks opnieuw getoetst aan Zijn hoogste prioriteit. Een waakzame houding is dus een noodzakelijke hartsgesteldheid. Mocht iemand nog eens tegen je zeggen dat het spreken over Zijn komst niet nuttig is omdat toch niemand de dag noch het uur kent, vraag er dan eens naar of hij of zij er op dat moment ook naar uitkijkt dat Hij terugkomt? Wij moeten juist elkaar oproepen om waakzaam te zijn.
Niemand kent de dag noch het uur ?
Overigens, in het boek Wake Up! hebben we uitgebreid onderzocht wat deze uitspraak “niemand kent de dag noch het uur” in de juiste context betekent. Als je het oude Hebreeuwse huwelijksritueel bestudeert dan wordt duidelijk dat deze uitspraak is afgeleid van een aloud huwelijksgebruik. Als de bruid en bruidegom in een eerste verbond treden en elkaar beloven dat ze met elkaar in het huwelijksverbond zullen treden, dan vertrekt de bruidegom daarna om in het huis van zijn vader een bruidskamer gereed te maken. Bovendien bouwt hij een toekomstig huis voor hen samen. Dat proces kan al snel 1-2 jaar duren en in die tijd zullen de bruid en bruidegom elkaar niet zien (!). De bruidegom mag zijn toekomstige vrouw pas gaan ophalen voor de bruiloft als de vader van de bruidegom zijn toestemming daarvoor geeft. Dan bazuint een sjofar in de avond en komt de bruidegom om de bruid vanuit het huis van haar familie over te brengen naar het huis van zijn vader voor de voltrekking van het huwelijk. Daarna verblijven bruid en bruidegom 7 dagen (!) in de bruiloftskamer. Dat de bruidegom voordien “niet weet van de dag noch het uur” dat hij de bruid mag gaan halen is een uitspraak die ook Jezus gebruikt naar Zijn discipelen. [4] Natuurlijk weet Jezus Christus, wanneer de Vader, aan wiens rechterhand Hij zit, heeft bepaald wanneer Hij zal komen om de Bruidsgemeente te halen voor het Bruiloft van het Lam in de Hemel. De Zoon en de Vader zijn immers één. Zijn uitspraak is bedoeld als een beeldsprekende verwijzing naar die toekomstige Bruiloft. Jezus wilde duidelijk maken dat de gelovigen de Bruid zijn en Hij benadrukt door dit antwoord dat Hij de Bruidegom is.
Wake Up! meer dan ooit moet onze levenshouding er een zijn van voortdurende waakzaamheid. Elk moment kan ons aardse leven hier stoppen en willen we gereed zijn om Hem te ontmoeten. Maar die laatste generatie – die als levenden op aarde de opname van de Bruidsgemeente gaat meemaken, vóór de periode van 7 jaar (grote) verdrukking – die moet extra waakzaam zijn. Zij kan aan alles zien dat de bijbelse tijdslijnen in hun tijd bij elkaar komen en dat de Bruidegom in aantocht is. Daarom worden we ook gewaarschuwd om als wijzen te handelen en moeten proberen om in alle dingen te begrijpen wat Gods wil is.[5]
De opname van de Bruidsgemeente is de eerstvolgende grote gebeurtenis op de kalender van Gods Reddingsplan en het beeld van deze opname komt ook heel duidelijk naar voren in het eerstvolgende bijbelse feest dat door Jezus vervuld zal gaan worden: Het Bazuinenfeest !
Overigens is dat ook het enige bijbelse feest in het jaar dat begint op een nieuwe maan en in Israël weet niemand precies de dag noch het uur waarop deze nieuwe maan verschijnt.[6]
De Bruid en het Bazuinenfeest !
Wij denken dat alles wijst op een opname van de Bruid op een Bazuinenfeest maar wij weten ook niet precies in welk jaar.[7] Dat het niet lang meer zal duren, dat maken ook de gebeurtenissen om ons heen wel overduidelijk. De contouren van een nieuwe Wereldorde, de angst voor het Covid-19 virus en de lockdowns, de manier waarop regeringen de volken in toom proberen te houden, steden die in brand staan, de natuurrampen en het gegeven dat er nagenoeg een generatie voorbij is gegaan dat (nu nog ongelovig) Israel – de vijgenboom[8] – weer een natie is geworden: ze laten ons zien dat de resterende tijd zeer kort is.
Om die reden kijken we elk jaar in de aanloop van het Bazuinenfeest nog meer als anders uit naar de komst van de hemelse Bruidegom. Zal Hij dit jaar komen, zal het volgend jaar zijn…? Dit Bazuinenfeest versterkt elk jaar ons verlangen naar Hem en relativeert (hopelijk) veel van ons aardse werk. En als dat nog niet zo is, dan roept de “alarmerende” laatste bazuin van dat feest ons steeds op om onze prioriteiten opnieuw goed te rangschikken.
Waakzaam zijn: dat is zeker iets voor het hele jaar, maar voorafgaand aan de herfst van elk jaar roepen wij elkaar op om extra waakzaam te zijn. Het uitspreken van de hoop dat we de Bruidegom dit jaar ontmoeten in de lucht past bij de oproep van Jezus om waakzaam te zijn.
Dit jaar start het Bazuinenfeest op de avond van vrijdagavond 18 September, tenminste als op die avond de nieuwe maan wordt waargenomen boven Israel. [9]
Met Wake Up! zijn we inmiddels aanbeland bij de 15e druk. Als u in deze tijd dit onderwerp wilt bespreken met familie en vrienden, geef hen dan eens een exemplaar. Er is inmiddels ook een beknopte versie van 120 pagina’s die u hier kunt bestellen. Wake Up! Verkorte versie
[1] Matt. 24:36. In Matt. 24:3 vragen de discipelen wat het teken is van Zijn komst.
[2] Zie 1 Thess. 5:2-6. Het valt op dat Jezus dezelfde waarschuwing geeft in Matt. 24:43-44
[3] Matt 26:41
[4] Matt. 24:36
[5] Ef. 5:15-17
[6] Het zien van de eerste maansikkel was nog moeilijker als deze sikkel gelijktijdig met de zon opging. Vandaag hebben we de beschikking over astronomische berekeningen.
[7] Paulus geeft in Thess. 5:4 aan dat deze dag juist niet de gelovigen zou mogen overvallen.
[8] Matth. 24:32
[9] Israel viert op dat moment ook ‘Rosh Ha shanah’, dat is het Joodse nieuwjaar. Omdat men de dag noch het uur van het begin van dit feest vooraf kon inschatten, wordt het feest in Israël voor alle zekerheid op de twee eerste dagen van de zevende maand Tishri gevierd, zodat er zeker sprake is van een nieuwe maan.