Goede Vrijdag: met Christus sterven (en opstaan)

Goede vrijdag is de dag op de Westerse kalender waarop we gedenken dat Jezus Christus Zijn leven aflegde aan het Kruis van Golgotha en als het Offerlam met Zijn leven de prijs betaalde voor zondaars. Op Gods Kalender gebeurde dat op Pesach (Nisan 14). De diepe indruk die Zijn dood maakte, brengt ook enorme dankbaarheid omdat christenen weten wat er 3 dagen na Zijn sterven gebeurde, maar ook waarom Jezus stierf aan dat Kruis net buiten Jeruzalem.

Paasfeest is een feest van heel veel vreugde want op die dag vieren christenen de Opstanding van Christus. Zonder Zijn opstanding uit de Dood was er geen levend christendom geweest en had Hij na Zijn dood nauwelijks volgelingen overgehouden. Dan was het Goede Nieuws daar geëindigd en had het na 2000 jaar geen levens van mensen radicaal veranderd. Maar door de kracht van Zijn opstanding is het geloof in Christus nu nog steeds een levendmakend geloof. Want Hij leeft en er is redding en bevrijding mogelijk door die opstandingskracht.

Toch gaat het verhaal van Pasen niet alleen over een gebeurtenis die Jezus Christus onderging en waar alle mensen die in Hem geloven als een soort buitenstaanders nu de vruchten van mogen plukken.

De Bijbel verbindt het Pesach-verhaal uit het Oude Testament en de Lijdensweg van Jezus Christus aan dat van elke gelovige;

Het pesachlam werd geslacht en het bloed werd aan het hout van de deurposten in Egypte aangebracht. Iedereen die achter die deur bleef, werd behouden en kon in in die nacht in vrijheid Egypte verlaten. Het beeld van de Lijdensweg van Christus en onze bevrijding wordt ook uitgebeeld in het verhaal van de bevrijdende exodus uit Egypte. Toen de slaven uittrokken uit Egypte kwamen zij te staan voor de zee. Ze konden geen kant meer op. De zee lag voor hen en de farao van Egypte kwam met zijn leger achter hen aan om hen weer tot slaven te maken. Er was eigenlijk maar één mogelijkheid om aan de farao te ontkomen en echt vrij te worden: Het water in! Maar dat water kon hun “waterdood” worden, dat wisten ze. Op het moment dat de nood het grootst was, greep God zelf in en baande een weg door dat water en in gehoorzaamheid liep het volk over de bodem van de drooggevallen zee. Het was Gods Wonder dat hen naar de vrijheid bracht. Toen ze aan de overkant kwamen sloot het water zich achter hen en het leger van de farao verdronk in de zee. Op die vroege morgen vierden zij hun bevrijding als slaven die vanaf dat moment geen slaven meer waren.

Dat beeld nemen wij mee in de “waterdoop”. Paulus legt het treffend uit: met Christus begraven worden en in nieuwheid van leven met Hem opstaan. De beslissing om door het water te gaan volgt na de bevrijding uit Egypte en is een teken van gehoorzaamheid, want God wil een volk uitleiden onder de macht van de farao uit. Ook vandaag! Daarom vinden er veel doopdiensten plaats op Paasmorgen. Sommigen nemen na hun redding en bevrijding snel de beslissing om zich te laten dopen, anderen wachten een tijd. Maar uiteindelijk is de beslissing om je te laten dopen een zelfbewuste keuze als je begrijpt dat je met Christus moet sterven om in nieuwheid van leven met Hem op te staan. Je kunt wel in Hem geloven, maar de waterdoop bevestigt dat je ook met Hem wilt sterven en opstaan in een nieuw leven. Het is de keuze dat je bereid bent je eigen agenda, maar ook je eigen identiteit achter je te laten en met Hem een nieuw leven te beginnen waarin Hij jouw identiteit is en Gods Agenda voor jouw leven mag bepalen.

Het begrijpen van dat sterven en opstaan is een levensproces dat niemand ten volle begrijpt op het moment van de doop. Maar gelovigen die zich laten dopen, laten daarmee zien dat ze precies dát willen. Ze zijn overgegaan van slavernij naar vrijheid, maar dan wel een vrijheid die zij genieten als eigendom van een Nieuwe Meester.